SPEC RPA-W7EX eindversterker
[nextpage title=”SPEC-Corp” ]
De SPEC versterkers kende ik tot voor de München High End show van afgelopen mei alleen van plaatjes. Met een opvallend tijdloos design in de Japanse traditie. Een combinatie van metalen kasten met houten panelen en voeten. Op de München show maakten Marco en ik kennis met de uiterst vriendelijke door enthousiasme gedreven importeur van SPEC, Piet de Vries. Het waren echter niet de versterkers die het eerst in het oog vielen, maar de nieuwe GMP-8000EX Platenspeler van flinke afmetingen en een enorm draaiplateau, die dan voor het eerst in het openbaar treedt.
SPEC heeft afgelopen tijd stevig gebouwd aan een steeds breder wordend leverprogramma. Naast de geïntegreerde versterkers en de hier besproken eindversterker is er inmiddels ook een phonoversterker en een audiostreamer.
Na een prettig gesprek met Piet werd er afgesproken om na de show contact op te nemen om eens een fraaie versterker van SPEC aan de tand te mogen voelen.
Onze redacteur René van Es heeft al een geïntegreerde versterker uit de SPEC stal voor het ‘Ear’ collegamagazine besproken. En aangezien ik gek ben op eindversterkers valt de keus snel op de SPEC RPA-W7EX.
SPEC-Corp
SPEC-Corp in Japan is opgericht door audio ontwerper Shirokazu Yasaki. Hij stond decennialang mede aan de wieg van vele nieuwe ontwikkelingen bij de bekende Japanse audiofabrikanten. Naast zijn dagelijkse werk bleef hij, als gepassioneerd audioman ook altijd producten voor zichzelf ontwikkelen. Zijn grote liefde lag altijd bij buizen en dan met name Triodeversterkers in combinatie met hoog rendement hoornsystemen. Hoe Japans wil je het nog meer hebben…
Het SPEC team (v.l.n.r.) Yazaki (sales), Shirokazu Yasaki , Tsutomu Banno (chef ontwikkelaar),
Yasuhiro Yamakawa (mechanisch ontwikkelaar) en Jun Honda (Ontwikkelaar van de nieuwe Klasse-D versterkerschakeling, werkzaam bij IR in Los Angeles)
Zijn kennis en ervaring bracht Yasaki-san binnen zijn eigen SPEC-corp. Samen met Tsutomu Banno, ook een oude rot in het vak, wordt de uitdaging aangegaan om een versterker te ontwikkelen die even goed moet klinken dan de beste buisontwerpen en dan met name single ended triodeversterkers natuurlijk. In SPEC’s visie en oren moet het de ultieme versterker, zover dat mogelijk is, worden. Dat werd de SPEC- RSA F33REX. Een geïntegreerde versterker. In de meest luxe versie is dit een prachtig maar erg kostbaar apparaat.
SPEC RPA-W7EX eindversterker
De hier besproken SPEC RPA-W7EX (what’s in a name) is het enige SPEC versterkermodel dat is uitgevoerd als stereo eindversterker. Met zowel single ended als gebalanceerde XLR ingangen. De versterker is ook in brug te schakelen om er een monoblok van te maken.
Met het formaat van 35 x 37,5 x 9,5 cm mag je dit een fijn te hanteren compacte stereo eindbak noemen. Het gewicht is 6,2 kg. Dat zijn de voordelen van een Klasse-D versterker: een hoog rendement en weinig warmteontwikkeling. Met de RPA-W7EX lavend aan een wandcontactdoos krijg je de energiemeter nauwelijks in beweging als er geen muziek klinkt.
De ingangsgevoeligheid is op de achterkant met 6 dB te verzwakken. Wat geen overbodige luxe blijkt, gezien de hoge gevoeligheid in de onverzwakte stand. Sterker nog, van mij had er ook nog een –12 dB stand bij gemogen. Maar daarover later meer. De schuifschakelaar heeft nog een derde stand ‘Ex Volume’. Hiermee is via een optioneel geleverd kastje met afstandsbediening het volume binnen een niet al te groot gebied, en niet naar nul, te regelen. Een ronduit bizar dingetje… Ik had ‘m wel maar heb het maar in de doos gelaten.
Binnenkant
Dit lijkt van geen kant op een versterker zoals ik die ken. De binnenkant is overzichtelijk, maar niet meteen te doorgronden. Het mainboard bevat de versterkermodules gebaseerd op technologie van International Rectifier uit Los Angeles. Ook is de laagdoorlaatfiltering goed te herkennen. Wat je her en der ziet is dat er met speciale componenten is getuned. Dit is geen versterker die alleen op de virtuele tekentafel is ontstaan. Ik vermoed dat er de nodige prototypes met heel veel tweaken met componenten aan vooraf gingen voor onze Japanse vrienden tevreden waren over wat er uit de luidspreker te horen viel.
Schakelende voeding, nee dank je…
Een schakelende voeding heeft op zijn minst gesteld niet bepaald een florissante reputatie in audioland. Terecht? Ja en nee. De slechte reputatie komt voor het leeuwendeel door het vele gefröbeld met standaard budget schakelende voedingen die niet specifiek voor audiotoepassingen zijn bedacht. Of er naast de juiste DC spanning ook nog een hoop hoogfrequente rotzooi meekomt is voor bijvoorbeeld een acculader niet belangrijk, onze audioschakelingen willen we er echter niet mee vervuilen.
Ook schakelende voedingen die je in een PC vind staat niet bekend om de mooie schone uitgangspanningen die ze geven. Smerige PC voedingen weten zelfs de USB bussen nog zo te vervuilen dat we allerlei trucs moeten uithalen om het uitgangsignaal er zo ongeschonden mogelijk uit te kunnen krijgen voor deze naar de DAC gaat. Goed is goed genoeg en geld speelt een grote rol, dat is de rol van de gemiddelde schakelende voeding.
Het kan echter wel…
Dat een schakelende voeding wel goed kan zijn zien we bijvoorbeeld bij Linn, die al jaren toepassen. Als je de schakelende voedingen maar speciaal met audiogebruik in het achterhoofd ontwikkeld en bouwt. En dat kost veel geld omdat het in tegenstelling tot bovengenoemde exemplaren niet per se om massa geproduceerde apparaten gaat.
Ook SPEC doet het met een eigen ontwikkelde schakelende voeding. Opvallend daaraan zijn de twee 4700 uF speciale uitgangelco’s. Ontwikkeld door Nichicon onder de welluidende naam Hibiki-ichi . Ik heb er wel naar gezocht maar ze zijn blijkbaar niet los te koop. De gelijkrichtdiodes die uiteindelijk op goedkeuring van SPEC mochten rekenen zijn Fast Recovery Schottky types van Silicon Carbide. Leuk om dit alles te noemen, en we hebben nog lang niet alle componenten doorgespit, maar het geeft wel aan hoeveel energie en tijd de mannen van SPEC in hun apparaten stoppen om het gehoor zo prettig mogelijk te laten masseren en niet te treiteren.
De SPEC methode
SPEC volgt een totaal andere benadering dan veel westerse fabrieksontwikkelaars het normaliter doen. Apparaten worden door de jaren heen meer en meer puur virtueel op de digitale tekentafel uitgewerkt, prachtig gesimuleerd en tot op detailniveau in 3D CAD op het scherm gezet. Dat heeft het bouwen van (fysieke) prototypes tot een minimum beperkt en een nieuw apparaat kan zo veel sneller productierijp worden gemaakt.
Een bittere noodzaak in deze tijden, waarin alles snel moet én om nieuwe producten ook nog eens betaalbaar op de markt te kunnen zetten. De high tech smartphone van vandaag voelt bij de massa over een jaar al weer zwaar gedateerd aan, als de opvolger, die natuurlijk weer veeeeeel beter is, met veel poeha wordt gelanceerd…
Bij de SPEC methode wordt naast het high tech ontwikkelen van de schakelingen en het daarna het tot in de puntjes op componentniveau tweaken tot een ware kunst verheven, zoals eigenlijk alleen Japanners dat kunnen. Maar je weet bij een dergelijke werkwijze ook bij voorbaat dat een SPEC versterker nooit echt goedkoop zal worden.
Aansluiten
De SPEC RPA-W7EX wordt in de door mij bekende omgeving aangesloten waarin alleen de eindversterker wijzigt. De muziekbron wordt weer gevormd door de Aurender N100 aangesloten op de quaddeck DDDAC1794 in de laatste versie. Later komt daar nog de Elac Discovery streamer bij, eveneens aangesloten op dezelfde DAC.
De analoge kant is uitgevoerd met de PTP gebaseerde Lenco met de laatste versie van de Audio Creative GrooveMaster arm en SPU Classic element aangesloten op de PhonoDude phonoversterker. De regelversterker is weer mijn hoog gewaardeerde Music First Audio Classic v2. De bekabeling is van AudioQuest, Siltech en Harmonix. De SPEC eindversterker wordt via XLR aangesloten op de Music First regelaar. De verzwakker achterop de SPEC staat op –6 dB. Zo wordt er een week of zes dagelijks geluisterd naar de opzet.
One-day stand?
Nope… Ik ben een groot aanhanger van langere tijd samenzijn in mijn eigen bekende omgeving met een audioapparaat om de kwaliteiten daarvan echt goed te kunnen inschatten. Dan leer je de goede eigenschappen echt kennen, en ook de mindere dingen die in eerste instantie misschien niet eens opvallen maar later een steeds grotere invloed lijken te zijn. En laten we wel zijn: als de mannen bij bijvoorbeeld de hier besproken SPEC zoveel werk in hun creaties steken mag ik een oordeel toch niet ophangen aan een paar uurtjes in een onbekende omgeving luisteren? Dat laatste noem ik ook geen recensie maar een luisterimpressie. Wat ook zeker boeiend kan zijn overigens. Maar ik hang er nooit eindoordeel aan op, ik schrijf er niet eens over…
Muziek
De eerste klanken laten meteen horen hoe smeuïg en plastisch het karakter van de RPA-W7EX versterker is. Tijdens de dagen daarna stijgt de bewondering alleen maar. Zo lekker gemakkelijk en ruimtelijk. Dit doet inderdaad aan een (goede) single ended triodeversterker denken. Alleen met beduidend meer power onder de kap en zonder het enorme stroomverbruik van de grote triodebakken. Potjandorie zeg, dit hebben ze bij SPEC goed voor elkaar gekregen, genieten met een grote ‘G’.
Het maakt ook niet uit welke muziek ik luister, mijn favoriete Progrock, lekkere smooth Jazz, Klassiek. Als de periferie voor elkaar is zal deze SPEC RPA-W7EX geen bottleneck vormen. Het karakter van de SPEC mag als smooth worden aangemerkt, maar niet krachteloos, soft en ook niet overdreven warm. Zoals een goede buizenbak ook niet warm hoort te klinken. Gewoon in balans dus. Het laag lijkt iets terughoudend, maar dat is schijn. Er mist helemaal niks, het fundament is meer dan in orde. Het laag is strak en rijk aan detail, nergens ongecontroleerd.
En het punt dat we hier met een Klasse-D versterker te doen hebben? Dat ben ik na twee dagen eigenlijk al vergeten. SPEC maakt versterkers die qua geluid blijkbaar niet met hun klasse lopen te vlaggen. En dat is echt de allereerste keer dat ik dit mee maak. Super! Wie regelt er gebak?
Een klasse hinderlaag
Een beetje sneaky maar erg leuk is dat ook van de bezoekende luisteraars er niet één door had dat dit een Klasse-D versterker is. En ik heb toch een paar notoire Klasse-D-no-way mannen in mijn kennissenkring die dit versterkerprincipe rucksichtslos kort door de bocht afdoen als ratelbakken. De ontluisterende blikken na het ‘uit de kast komen’ na afloop… ge-wel-dig!
Mijmeren in D-klein
Ik moet toegeven dat ik met het vaak zo typische karakter van een schakelende versterker de laatste jaren zelf ook steeds meer moeite heb gekregen. En dat na een aanvankelijk enthousiasme. Maar zelfs op audioshows hoor ik het vaak binnen een paar muzieknoten. Het geluid is me bij vlagen steeds meer tegen gaan staan, terwijl ik de techniek pur sang een warm hart toedraag.
Steeds als de buizenbakken of conventionele solid state versterkers na een samenzijn met een Klasse-D versterker de plaats weer in mag nemen is het een gevoel van weer thuis komen en een luide ‘Pfffff’…
IMHO
Wat ik vind, en dat is puur mijn persoonlijke mening, waar ieder het mee oneens mag zijn: tot nu toe hebben de door mij beluisterde Klasse-D versterkers allemaal in meer of mindere mate last van een zekere bloedarmoede die blijkbaar overslaat op de luisteraar (ik, zei de gek). Ik hou er na langere tijd luisteren een landerig gevoel aan over.
Ik moet er wel snel bij vertellen dat ik natuurlijk lang niet alle mogelijke versterkers die zich van de Klasse-D techniek bedienen hier in huis heb mee gemaakt. Het is natuurlijk wel een feit dat het gros van de fabrikanten van klasse-D versterkers zich bedienen met de OEM modules van een paar bekende toeleveranciers.
Ik besef ook donders goed dat de klasse-D techniek zondermeer een hele belangrijke versterkertechniek van de toekomst zal zijn. Dat veel fabrikanten van conventionele versterkers (nog) niet aan de Klasse-D techniek willen, kan ik me dit moment ook wel weer goed voorstellen.
Minpunt(en)
Na langere tijd samenzijn, niet alleen met mensen onderling, komen de mindere kanten uiteraard ook wel aan het licht. De grootste daarvan vind ik de eerder al aangehaalde (te) hoge ingangsgevoeligheid van de schakeling, zelfs op –6 dB ingesteld. Er is mee te leven, maar het mag van mij nog wel 6 dB minder.
Een ander punt is…eh…ahum…(stilte)… weet je, ik zou het zo niet eens weten, ook niet als na pakweg zes weken de versterker (met de nodige tegenzin, ook een heel goed teken) weer de doos in moet. Het is domweg formidabel genieten met de SPEC versterker. Ik zou hier perfect oud mee kunnen en willen worden. En verslijten zal deze versterker niet snel, gezien de koele werking.
Later op de meetbank loop ik nog wel tegen een praktisch issue aan. Daarover lees je verderop meer…
Meten
Klasse-D versterkers en de meetbank zijn nooit de grootste vrienden geweest. Dat komt hoofdzakelijk door het schakelprincipe met de hoge modulatiefrequentie, die met name in de beginjaren te halfslachtig weg werd gefilterd. Ook de PCB layout speelt een primaire rol in het ongewenst uitstralen. Man o man, ik heb ze al in huis gehad die mijn complete radio ontvangssignaal plat wisten te leggen als de versterker in het audiorek stond. Die waren niet eens te meten.
De huidige generatie schakelende versterkers heeft daar nagenoeg geen last meer van en tonen zich bijna zo schoon als een conventionele versterker.
Het uitgangsvermogen van Klasse-D versterkers is niet zelden extreem hoog, niet omdat het moet, maar omdat het relatief gemakkelijk kan, bij deze hoog rendabele en daardoor weinig warmte genererende schakelwijze. De SPEC versterker is daarbij vergeleken aan de lage kant. Ik meet 55,6 watt in 8 ohm (1% THD+n) en nagenoeg het dubbele in 4 Ohm: 108 watt.
De ingangsimpedantie ligt op 7500 Ohm, dat is mijns inziens bijna belachelijk en onpraktisch laag. En waarom eigenlijk? Zelf heb ik er dank zij de inzet van een Music First Audio TVC geen last van, omdat deze door de transformator van nature een hele hoge ingangsimpedantie geeft. De lage ingangsweerstand beperkt wel het aantal te gebruiken voorversterkers.
Bij de vervormingmeting (THD+n) meet ik bij 1 watt uitgangsvermogen in 8 Ohm en 1 kHz een lage vervorming van 0.009%. Bij 10 watt wordt dit 0,006%. Bij de plaatjes hieronder zie je de harmonische nog net boven de ruisvloer uitkomen. De lage vervorming blijft door het hele frequentiegebied en van laag tot een hoger uitgangsvermogen tussen 20 Hz en 20 kHz gehandhaafd zoals je in meetplaatje 3 kunt zien.
De frequentieresponsmeting hieronder laat mooi zien dat het laagdoorlaatfilter, een noodzaak bij schakelende versterkers, niet in een overall tegenkoppelcircuit is opgenomen. Dat maakt het frequentiebereik wel meer frequentieafhankelijk. Het wordt echter niet meteen superkritisch. Bij een 8 Ohm belasting zie je rond 38 kHz een ophoging van 3 dB van de curve. Bij een 4 Ohm belasting is er een geleidelijke afval te zien met het –3 dB punt rond 40 kHz.
Dat SPEC er voor kiest om het uitgangsfilter niet in een tegenkoppellus op te nemen zal ongetwijfeld bewust zijn genomen, zoals ieder gebruikt component op een weegschaaltje lijkt te zijn gelegd. Als het geen dramatischer technische issues als hier oplevert lijkt me dat geen enkel probleem.
Ik heb het al eerder aangehaald: het verbruik van energie uit de wandcontactdoos is extreem laag in rust, als er geen muzieksignaal versterkt wordt: 8,3 Watt slechts.
Epiloog
Ik had eerlijk gezegd niet gedacht dat deze SPEC RPA-W7EX versterker zo goed zou zijn. Met als meest opvallende eigenschap dat het geluid eerder tegen een puur buizengeluid aanschurkt en niets van het altijd wat typische Klasse-D karakter laat horen.
De weken dat de SPEC versterker in mijn audiorek logeerde heb ik werkelijk niet één keer het gevoel gehad dat het weer eens tijd wordt voor wat anders. In tegendeel, de RPA-W7EX had er van mij nog wel een tijdje mogen blijven staan. De rust, de ruimte, het vlees en bloed, de natuurlijke feel. Deze Japanner doet ergens iets heel goeds. Niet goedkoop, wel van grote klasse. Ben je in de gelegenheid: ga er eens naar luisteren, dat ik het enige dat ik kan aanbevelen. Het is één van de allerbeste versterkers die ik hier zelf in huis had.
Bezoekers van de komende Hifi show in Veldhoven kunnen de kamer van Audiotweaks eens met een bezoekje verrijken. Het zal de moeite meer dan waard zijn…
SPEC RPA-W7EX eindversterker: 5.495,00 euro
Audiotweaks website
SPEC Japan website
Dick,
Ik heb het gevoel mijn eigen recensie terug te lezen. Wat zijn wij het eens en wat is SPEC een prachtig product. Eindelijk klasse D goed gedaan, al kreeg ik ruzie over die uitspraak in Munchen. Mooi verhaal.
Rene.
Wel Rene,
Ruzie zou ik het niet noemen, maar wel een serieus meningsverschil. Jou titel suggereerde dat je alle klasse D versterkers wereldwijd had beluisterd en had vergeleken met de Spec. Als ik zie wat voor werk Bruno Putzeys verricht heeft aan de ontwikkeling van klasse D, klasse D versterker technologie die o.a. door Jeff Rowland gebruikt in de top modellen. Ik heb de Spec versterkers niet beluisterd en ik neem zeker aan dat het een mooi product is, dat heb ik van andere mensen ook vernomen, maar het hekelt me dat klasse D steeds het label “koel en analytisch ” krijgt, dit terwijl al meerdere producten het tegendeel bewezen hebben. Guido De Laet
Guido, Waar in het verhaal is te lezen dat ik ‘alle’ klasse-D versterkers op deze aardkloot heb geluisterd? Ik vertel juist dat ik NIET alles heb kunnen beluisteren (wie wel?).
Je weet ook dat er niet zo heel veel fabrikanten zijn die hun eigen klasse-D versterkers hebben ontwikkeld maar gebruik maken van uitstekende OEM toeleveranciers als Hypex en ICE.
En met die twee heb ik wel de nodige praktijkervaring (zijn ook diverse reviews van mijn hand van te vinden op deze site), Ik heb er meerdere van in bezit gehad. Ik heb beslist geen hekel aan de techniek, zeker niet, integendeel,ik heb het altijd met de volle interesse gevolgd behandeld. Echter mijn toenemende terughoudendheid met de luistermatige kwaliteiten is de laatste jaren alleen maar toegenomen. Maar daarover hoef ik hier niet in herhaling te vallen, dat aspect is voldoende in het verhaal behandeld.
Ik kan je alleen maar adviseren om Piet de Vries van Audiotweaks eens bij je in je mooie winkel uit te nodigen voor een in house demo. Dat geeft misschien meteen duidelijkheid waarom ik zo enthousiast ben over de SPEC versterker.
Hoi Dick,
Ik verwijs naar de recensie van Rene van Es en niet naar die van jou.
Dan moeten we René’s reactie ook maar even afwachten…:-)
Beste Guido en lezers,
Ik heb niet de eer gehad alle klasse D versterkers ter wereld te mogen beluisteren. Ik heb er wel een aantal mogen proberen in eigen omgeving, waarin diverse technieken werden verwerkt. Geen van die versterkers heeft mij PERSOONLIJK weten te raken voor een langere periode zoals de SPEC dat wel deed. Daarmee waren de andere versterkers niet slecht, er zaten geweldige ontwerpen bij, alleen niet voor mij. Ik zoek niet naar ultiem detail, oneindige strakheid, waanzinnige dynamiek, groot vermogen. Ik zoek in een versterker de ziel die muziek heet, overigens ook in andere componenten. Dat is een persoonlijke smaak die ik niet verbloem voor lezers. Voor een ieder ligt de nadruk bij muziek luisteren mogelijk anders, een gegeven dat je zeker kent van je klanten. Ik doe dus klasse D niet in de ban en waardeer de inspanningen van fabrikanten maar ik investeer (nog) niet in die techniek voor bij mij thuis. Behalve als er SPEC op staat. Het liefste geniet ik voor mij zelf nog steeds van energie zuipende, hete, onmogelijk grote klasse A versterkers die eveneens niet ieders keuze zijn.