Daudio dipool luidsprekersysteem (deel 1)
Het persbericht en de vluchtige kennismaking luidspreker en makers tijdens de Audio Zelfbouw forum dag, afgelopen februari, maakten zowel Marco en mij behoorlijk nieuwsgierig naar het alles behalve doorsnee luidsprekersysteem van Daudio.
De mannen achter Daudio zijn Hans Beckeringh en Jeroen Dezaire Als je als zelfbouwer regelmatig het Audio Zelfbouw Forum bezoekt zal dit geen onbekende naam zijn. Jeroen is al heel lang een gedreven aanhanger van het dipool of open baffle luidsprekerprincipe.
Even proeven
Met Hans is daarna een afspraak gemaakt om het Daudio systeem bij me thuis te beluisteren. Met hangen en wurgen is dat 5 dagen geworden. Ideaal om een eerste indruk op te doen, veel te kort voor een doorwrochte recensie. Een bijkomend punt is namelijk dat er niet alleen een paar luidsprekers komt logeren, maar een compleet systeem. Met een DA-converter/ volumeregelaar, eindversterkers, luidsprekerbekabeling, interlinks en elektronisch filter. Ofwel: Hans’ complete audiosysteem waarmee hij ook demo’s kan geven. Alles vlot, netjes en overzichtelijk op te bouwen en weer demonteerbaar.
Omdat het maar zo kort dag is besluit ik om verder niet te experimenteren maar het systeem zoals Hans het bracht te installeren en in tact te laten. Alleen de DAC/voorversterker blijft buitenspel.
Niet omdat dit een matig apparaat is, integendeel, de mannen van Daudio gebruiken de alom, ook door mij, bewierookte Metrum Octave DA-converter PCB in hun apparaat, gecompleteerd met een Tentlabs/ Jos van Eijndhoven volumeregeling, dat zo gelijk ook analoge ingangen mogelijk te maken.
De eindversterkerbehuizing geeft ruimte aan maar liefst een viertal krachtige Hypex OEM modules. Dat zijn Hypex versterkers zonder het voorversterkerdeel. Voor de driver heeft Jeroen een eigen ontwerp gebruikt. De schakelende voedingen zijn van Hypex waardoor, dank zij het ontbreken van dikke voedingstrafo’s, de vier versterkers zonder probleem in deze compacte behuizing passen, zonder in uitgangsvermogen te worden geknepen.
Het actieve filter en de eindversterkers heb ik voor de luistersessies thuis dus rechtstreeks achter de Music First Audio Baby Reference aangesloten om toch iets familiairs in de keten te houden. Hierop zijn onder andere de DDDAC 1794 en de CEC DA 03N DAC aangesloten.
daudio
Het luidsprekersysteem bestaat, van onder af begonnen, uit de zogenaamde ‘W’ kast, waarin twee speciaal voor open baffle gebruik ontwikkelde SEAS woofers huizen. Dit geeft veel bewegend conus oppervlak. De behuizing is uiteraard aan de voor en achterzijde van de speakers geheel open. Er is dus geen kast waarin het geluid dat aan de achterkant van de luidsprekerunit uit straalt wordt geabsorbeerd.
Aan de achterkant komt dus evenveel geluid dan aan de voorkant. Dat heeft voor en nadelen. Het voordeel is dat er geen kastkleuring optreedt omdat er geen echte kast is. Er is dus ook geen drukopbouw achter de wooferunits. De conussen van beide units staan tegenover elkaar te spelen. Trillingen in de behuizing worden hierdoor uitgedoofd.
Het nadeel is dat er van nature een snelle laagafval plaatsvindt door de akoestische kortsluiting die ontstaat tussen voor en achterkant van de woofer. Maar daar is wat aan te doen. De met 6 dB per octaaf afvallende curve moet dan worden gecorrigeerd met een tegengesteld oplopende curve naar de laagste frequenties toe. Als het goed wordt gedaan kan dit resulteren in een recht doorlopen van de frequentiecurve tot wel 20 Hz.
Alles heeft z’n prijs
Maar, er is altijd een ‘maar’, de luidsprekerunits moeten daarvoor wel op hun taak zijn uitgerust. De conussen staan vrij in de ruimte te bewegen, en moeten voldoende eigen demping hebben en vooral een grote slag kunnen maken. Een te losjes in de rubberrand opgehangen conus zoals die meestal in reguliere luidsprekerbehuizingen worden toegepast resulteert in ongecontroleerd flapperen als deze buiten zijn behuizing met muziek wordt gevoed. Een versterker met hoge dempingfactor, ofwel hele lage uitgangsimpedantie is eigenlijk ook een must.
Mocht je wel eens een losse woofer in je handen hebben gehouden, eentje met een rubberen of schuimrand aan de buitenkant, dan zal je zijn opgevallen dat de conus gemakkelijk heel gemakkelijk is heen en weer (of op en neer, afhankelijk van hoe je de luidsprekerunit vast houdt). Sluit je echter de beide aansluitklemmen kort door er een stukje draad overheen te solderen, dan lijkt het of er een rem op de losse beweging komt. De kortsluitdraad is nagenoeg 0 Ohm.
Maar je kunt ook een weerstand gebruiken. Hoe hoger de weerstand is die over de aansluitingen wordt aangebracht, hoe lager deze dempende werking wordt. Als de luidsprekerunit een gemiddelde impedantie van 4 Ohm laat zien op de meetbank, dan simuleer je met een 4 Ohm weerstand over aansluitklemmen een versterker met een dempingfactor van ‘1’. Een kortsluiting over de klemmen geeft in theorie een versterker met een oneindige dempingfactor.
Een versterker met transistoren heeft in de regel een hoge dempingfactor, afhankelijk van de mate van tegenkoppeling die er gebruikt wordt. Een single ended triodeversterker zonder overall tegenkoppeling heeft al snel een uitgangsimpedantie die zich tussen 2 en 4 Ohm beweegt. Naast het ontoereikende uitgangsvermogen (denk alleen eens aan de laagcorrectie) zijn dit niet de versterkers die je aan een open baffle laagweergever moet willen gebruiken.
De laagcorrectie om de weergegeven frequentiecurve weer recht te trekken vergt veel extra versterkervermogen. Dat is echter anno 2013 helemaal geen probleem meer. We hebben een ruime keus aan Klasse-D versterkermodules die juist in het laag de woofers goed onder de duim kunnen houden door de hoge dempingfactor. Ook de 2 Ohm belasting die de parallel geschakelde woofers vormen is geen enkel probleem voor deze versterkers, die met speels gemak honderden watt’s aan uitgangsvermogen leveren als het gevraagd wordt.
In de huiskamerpraktijk valt het echter allemaal reuze mee. Later bij Hans, bij ons bezoek bij hem thuis, gaat de volumeknop regelmatig beduidend verder open dan mijn oren me eigenlijk lief is, maar de speakers geven geen krimp en blijven brandschoon bij de hogere geluidsdruk.
Dick, wat leg je weer helder de technische achtergronden uit. De interactie van luidspreker met versterker wordt boeiend uitgelegd. Dank.
Ik ben in september op de X-Fi show geweest en vond ze wel fraai klinken,voor de op dat moment gepresenteerde prijzen.
Ondertussen is de prijs verdubbeld (17500€..slik) en staan ze ook NIET meer als zelfbouw kit op de site.
De slogan “door directe verkoop houden we onze producten betaalbaar”staat er nog wel.
Is dit ook de reden dat de door jullie te bouwen set,zoals in het artikel genoemd er
niet is gekomen?
Hallo Willard,
Toevallig had ik afgelopen woensdag Hans Beckeringh aan de telefoon. Die vertelde me dat ze de zaak bij Daudio anders gingen aanpakken. De zelfbouwversie wordt niet meer actief gepromoot, maar blijft nog wel mogelijk. Ook dat de Daudio speakersystemen duurder zouden worden. Dat de prijs verdubbeld zou worden wist ik echter nog niet. Dat is ook voor mij even slikken. Ik vond de oorspronkelijke prijs al aardig straf. De nieuwe prijs zet dit mooie open baffle systeem voor het leeuwendeel van de geïnteresseerde mensen definitief buiten spel en alleen nog interessant voor de vermogende happy few. Maarrrr, Marco is een paar weken geleden reeds begonnen met de bouw van de laagkasten. Dat geeft meteen antwoord op je vraag of de zelfbouwversie er nog komt. Sterker nog: dank zij de nieuwe (prijs)ontwikkelingen bij Daudio wordt het alleen maar aantrekkelijker voor de actieve zelfbouwer om de handen uit de mouwen te steken. Wordt vervolgd…
Dick,
Goed om te horen dat zelfbouw wel een (beter) betaalbare optie blijft.
Ik ga dit zeker volgen,en hoop dat jullie de muzikale kwaliteiten van een buizen/klasse D
combinatie voor de versterking van de Daudio gaan recenseren.
Helaas is er geen zelfbouwmogelijkheid meer voor deze mooi klinkende speaker.
wat ik begreep o.a. vanwege nabouwen:
http://www.speakerkits.nl/wp-content/uploads/Eloquentia-high-end-A-folder-def.pdf (lijkt wel veel op elkaar, wie was er eerst??)