De verschillen tussen audio-condensatoren gemeten

De verschillen tussen audio-condensatoren gemeten

Gedreven door de steeds weer oplaaiende discussies tussen de objectieve- en subjectieve kampen, over de kwaliteitsverschillen tussen de gebruikte condensatoren in de audio, heeft Conrad Hoffman een serieuze poging gedaan om de verschillen die tussen de diverse typen audio-condensatoren bestaan, te meten en vast te leggen. De uitkomsten van dit onderzoek kun je in het artikel hieronder lezen.

De X-factor?

Condensatoren gemetenGR 716c frontDe door velen als onmeetbaar geachte X-factor in audiokwaliteit blijkt meetbaar te zijn…. of toch niet? Een zeer leerzaam artikel wat inzicht biedt in het technische wel en wee van condensatoren. Er is een breed gedeelde opvatting, dat verschillende condensatoren onder verschillende condities gebruikt in audiotoepassingen, andere geluidskwaliteiten hebben. Welke condensatoren je nou in welke circuits en onder welke voorwaarden moet gebruiken, blijft fel bediscussieerd.

Allerlei randzaken zoals een enorme hoeveelheid legendes, mythes en marketingverhalen, die vanwege incomplete testmethodieken meer verwarring zaaien dan helderheid brengen, helpen daar absoluut niet bij. Dit vergoot de (toch al) grote kloof tussen objectieve- en subjectieve kampen binnen de filosofie van audio-ontwerpers.

Vergis je niet, ik zit stevig in het kamp van mensen die objectief tegen dit soort zaken aankijken. Ik kan niet zoveel met het vaak gehoorde standpunt dat de geluidskwaliteit van condensatoren buiten onze schijnbaar primitieve en nutteloze meetmogelijkheden valt en dat er een “parameter X” is, die we nog moeten ontdekken en dat dit niet meetbaar zou zijn met de huidige technologie. Aangedragen situaties die een dergelijk argument lijken te ondersteunen, vallen na zorgvuldige onderzoek steevast als los zand uit elkaar.

Hierbij blijkt dan, dat de metingen in werkelijkheid nooit of verkeerd werden verricht of dat ze gewoon slecht werden uitgevoerd. Net zo vaak verdwijnen de geclaimde verschillen bij een strikt uitgevoerde luistertest. Het lijkt onbegrijpelijk voor het subjectieve kamp dat ze aan de dezelfde vooroordelen blootstaan als de rest van ons, maar het is wel zo.

Je zult mij nooit horen zeggen dat het uitvogelen van verschillen in geluidskwaliteit eenvoudig is. In feite is het juist erg lastig, maar de tools en technieken om de verschillen aan te tonen bestaan. Het enige punt waarin vaak tekort geschoten wordt bij het uitvoeren van zulke onderzoeken is verbeten volharding.

Testkandidaten

Ik wil in dit artikel de testresultaten van een kleine groep 0,01uF condensatoren presenteren, ten eerste om daarmee aan te tonen dat wanneer mensen over “metingen” praten, ze meestal zaken negeren die juist van invloed kunnen zijn op de geluidskwaliteit en ten tweede om aan te tonen dat tussen de verschillende onderdelen duidelijke verschillen meetbaar zijn.

Hoewel ik niet kan zeggen op welk niveau deze verschillen hoorbaar zijn, zou ik sterk willen benadrukken, dat als er twee zeer vergelijkbare onderdelen zijn (wat vastgesteld is binnen een complete testsuite) dat dan met vrijwel volledige zekerheid kan worden gesteld dat hun geluidskenmerken niet van elkaar te onderscheiden zullen zijn. Dit ongeacht de kosten en opbouw van de condensatoren en de bijbehorende bloemrijke marketingproza.  Helaas zal ook duidelijk worden dat elk type onderdeel zijn eigen onderscheidende kenmerken heeft en dat de verwachte gelijkwaardigheid van onderdelen minder vaak voorkomt dan je zou hopen.

De door mij gekozen condensatorengroep bestaat voornamelijk uit 0,01 uF folie types, dit omwille van de beschikbaarheid van een 0,01 uF Teflon condensator die ik in persé in de test wil opnemen.

Ook zijn een zilver-mica en een keramische condensator in de groep opgenomen, zodat de groep een voorbeeld bevat van de meest voorkomende typen condensatoren die je zou kunnen overwegen bij het maken van een crossover- of RIAA netwerk. Een aantal condensatoren hebben een iets afwijkende waarde, maar ze zitten er dicht genoeg bij om ze te kunnen gebruiken voor de test. De testsuite bestaat uit de gebruikelijke lage capaciteit- en dissipatiefactor metingen die bij 1 kHz in een serie model worden uitgevoerd.

Condensatoren gemeten afb-1

  • Audience Aura-T, 0.01 uF, 600V, 1%, Teflon- Een vrij prijzige condensator bedoeld voor de high end markt.
  • MIAL, 0.012 uF, 160V, 2.5%, polystyreen. Een goedkope condensator die veel in consumentenelektronica wordt gebruikt.
  • Philips, 0.0095 uF, 63V, 1%, polystyreen (2 exemplaren parallel geschakeld).
  • Panasonic, 0.0082 uF, 50V, 2%, polypropyleen.
  • Acushnet, 0.01 uF, 600V, 10%, polyester (Mylar) – Typische Polyester condensator.
  • Component Research, 0.01 uF, 50V, 1%, polyester (Mylar)- ‘Ontsnapte’ aerospace component, uitstekend gemaakt.
  • CDC, 0.01 uF, 500V, 1%, zilver-mica- Premium kwaliteit.
  • CGW, 0.01 uF, ?V, ?%, K5L ceramic- Standaard veel voorkomende keramische condensator.

Peter Gelder

Peter Gelder is een enthousiast zelfbouwer van buizenversterkers. Daarnaast is hij actief in de weer met streaming audio. Het liefst in een zo hoog mogelijk resolutie.

4 thoughts on “De verschillen tussen audio-condensatoren gemeten

  • 07 juni 2017 om 10:00
    Permalink

    De stellingen zijn erg kort door de bocht. Als een goede niet tegengekoppelde buizenversterker met een goede transistor in serie geschakeld wordt zal enige niet storende vervorming van de buis hoorbaar zijn, maar het ruimtelijke beeld zal vervlakken en het geheel klinkt sterk naar de transistorversterker. Dit geeft aan dat vervormingsmetingen weinig zeggen over de hoorbare vervorming. Een keten van versterkers (phono, pre, eindversterker) zal klinken als de slechtste schakel. Zodra in een transistorset een buis geplaatst wordt geeft dat weinig, meestal niet storend, klankverschil. Zodra een transistor in een buizenset geplaatst wordt tast dat direct de diepte aan.
    Alles is te meten, als we weten wat we zoeken. Dat laatste is het probleem. Onze oren reageren blijkbaar anders dan een meetinstrument.

    Beantwoorden
  • 06 maart 2021 om 11:46
    Permalink

    Dear Dick

    In aanvulling hierop zou ik graag het volgende aan dit onderwerp willen bijdragen. Aangezien mijn gehoorvlies (trommelvlies) beschadigd is en mijn gehoor boven de 5kHz slecht is accepteer ik dat wat ik hoor anders is dan wat andere mensen horen. Wat ik hoor is voor mij de norm en daar beoordeel ik dingen op. Hetzelfde zou bijvoorbeeld gelden voor kinderen die al op jonge leeftijd een digitaal implantaat hebben gekregen.

    Dat geluid zou voor ons waarschijnlijk slecht zijn, maar voor hen is het perfect in hun subjectieve gehoor. Afgezien van de invloeden die een condensator (of een ander onderdeel) kan hebben, betekent dat voor mij dat “horen” ook afhangt van de fysieke samenstelling van het oor, dus voor een deel is de subjectieve kwaliteit datgene waaraan je gewend bent. Door te vergroten, denk ik, dat mensen denken dat horen een universele kwaliteit is die voor iedereen min of meer gelijk is.

    Ik zou bijvoorbeeld baat (kunnen) hebben bij delen die iets helderder van kwaliteit zijn, omdat dit in staat is het geluid een beetje aan te passen aan de ‘gemiddelde norm’. Als ik dat doe ervaar ik de kwaliteit inderdaad als helderder (dus meer in overeenstemming met het gemiddelde gehoor) maar ik heb ook gemerkt dat ik dat niet per se prettig vind. Dit afgezien van je zeer valide meting is ook zeer waardevol. Geluid moet dus zijn wat je mooi vindt volgens je eigen specificatie en ook daar moet rekening mee gehouden worden in het eindproduct. De fysieke kwaliteit van een onderdeel is dus belangrijk en dus ook de subjectieve ‘geluidskwaliteit’, maar ik vind ook dat je rekening moet houden met de samenstelling van je oren.

    Goedkoop kan goed zijn voor mij, terwijl u misschien meer wilt betalen voor een ander geluid. Dit maakt het bouwen van een voor jou perfecte versterker zo veel moeilijker en idealiter moet het individueel op maat gemaakt worden. DIY is voor mij in die zin dus de enige weg. In het geval van mijn problematische gehoor heeft het natuurlijk wel invloed. Boven de 4kHz ligt de accentuering van het einde en het begin van de woorden omdat je dan in zekere zin een zin in woorden kunt opsplitsen en de betekenis kunt extrapoleren. Als ik me niet concentreer op het gehoor, met uitsluiting van al het andere, wordt het gewoon een gerommel, net als telefonie moeilijker is en kantooromgeving hetzelfde is.

    Lawaai van buren is erg en vooral aan de muur gemonteerde tv’s zijn een nachtmerrie omdat de lage geluiden makkelijker doordringen en dat is wat ik het meeste hoor. TV-luister ik meestal via een koptelefoon en soms heb ik nog steeds problemen met het onderscheid. Bovendien stel je jezelf ook de vraag is jouw groen mijn groen en smaakt een curry voor mij hetzelfde als voor jou? Dit ligt dus allemaal op het terrein van de zintuiglijke wereld en hoe beoordeel je dat? Interessant dat uw tests nog ingewikkelder zijn geworden u moet nu ook nog mensen met een ‘aangepast’ gehoor erbij zoeken.

    Overigens hou ik niet van hoortoestellen, ik heb ze natuurlijk wel, mijn gehoor is dan wel aangepast in de hoge frequenties maar klinkt mij blikkerig in de oren. Dit onderstreept nog eens de subjectiviteit van zintuiglijke input en voorlopig liggen de hulpmiddelen in de kast. Stilte is ook goed!

    Beantwoorden
  • 08 maart 2021 om 12:26
    Permalink

    Beste Arnold en Karel,

    Dit artikel van Conrad Hoffman heb ik 7 jaar geleden vertaald, omdat op veel forums discussies werden uitgevochten of verschillen in condensatoren wel hoorbaar zouden zijn. Daarbij kwam het woord ‘meten’ ook meer dan eens voorbij. Grappig genoeg waren er nauwelijks artikelen geschreven over de verschillen van condensatoren en toen ik dit artikel tegen kwam, heb ik het meteen (met toestemming) vertaald en op de site laten zetten. Dat er in al die jaren maar 2 reacties zijn binnengekomen is een wonder op zich, als je de felle discussies in aanmerking neemt.

    Om terug te komen op jouw verhaal Arnold: Je hebt gelijk. Condensatoren en hun invloed op de klankkleur en definitie , zijn één van de weinige dingen waarin ik nog steeds geloof in heb na 23 jaar buizenversterkers bouwen. Voor wat het waard is: ik gebruik alleen nog maar Mundorf EVO silver/gold/oil als signaalvoerende condensatoren en voor de voeding Mundorf Mlytic HV in mijn versterkers.

    Beantwoorden
  • 26 april 2021 om 19:38
    Permalink

    een interessant artikel. Helaas voor mij half begrijpelijk. Omdat ik bezig ben met een high tech 6 snarige bas bezig ben met 2 (!) Preamps, kan ik per pick-up dmv caps ook nog de juiste x-over freq instellen. Ik had het gevoel dat de polypropyleen caps van Kemet voor mij het beste was, maar ik ga nu twijfelen. Wat belangrijk is: minste fasedraaiing, minste vervorming. enz… your thoughts please… de waarden liggen tussen de 560pf….180nf

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.